Erediensten

09.30 uur: Ds. H.Jonkman (doopdienst)
Zondag 27 November 2016, 09:30
Hits : 167

ORDE  VAN  DIENST

op zondag 27 november 2016 

in de Christelijke Gereformeerde Ontmoetingskerk te Dronten

in deze dienst worden gedoopt:

Harmen-Luut en Joanie Holtslag

                     zoon en dochter van Patrick en Dieneke Holtslag- de Boer

voorganger: ds. H. Jonkman

organist: Remke van der Heide



binnenkomst kerkenraad met doopouders

welkom en mededelingen

aansteken van de eerste adventskaars door Yaelle Tempelman

gedicht wordt opgezegd door Rachel Vinke

Eerste kaars, je maakt ons blij

Want het donker gaat voorbij

Jezus komt! Hij wordt verwacht

God geeft licht in onze nacht.

zingen: gezang 126 : 1, 2, 3 (Liedboek)

            1    Verwacht de komst des Heren,

o mens, bereid u voor:

           reeds breekt in deze wereld

           het licht des hemels door.

           Nu komt de Vorst op aard,

           die God zijn volk zou geven;

ons heil, ons eigen leven

           vraagt toegang tot ons hart.

           

2    Bereid dan voor zijn voeten

           de weg die Hij zal gaan;

           wilt gij uw Heer ontmoeten,

           zo maak voor Hem ruim baan.

           Hij komt, bekeer u nu,

           verhoog de dalen, effen

           de hoogten die zich heffen

tussen uw Heer en u.

           

3    Een hart dat wacht in ootmoed

is lieflijk voor de Heer,

           maar op een hart vol hoogmoed

           ziet Hij in gramschap neer.

           Wie vraagt naar zijn gebod

           en bidden blijft en waken,

           in hem wil woning maken

           het heil, de Zoon van God.

gelegenheid voor persoonlijk stil gebed

votum en groet

zingen: Opwekking 599

            Nog voordat je bestond,

kende Hij je naam.

Hij zag je elk moment

en telde elke traan.

            Omdat Hij van je hield,

gaf Hij zijn eigen Zoon.

Hij wacht alleen nog maar

totdat je komt.

En wat je nu ook doet,

zijn liefde blijft bestaan.

Ook niets wat jij ooit deed,

verandert daar iets aan.

Omdat Hij van je houdt,

gaf Hij zijn eigen Zoon.

En nu is alles klaar

wanneer jij komt.

Refrein:

Kom tot de Vader,

kom zoals je bent.

Heel je hart, al je pijn

is bij Hem bekend.

De liefde die Hij geeft,

de woorden die Hij spreekt.

Daarmee is alles klaar

wanneer jij komt.

En wat je nu ook doet,

zijn liefde blijft bestaan.

Ook niets wat jij ooit deed,

verandert daar iets aan.

Omdat Hij van je houdt,

gaf Hij zijn eigen Zoon.

En nu is alles klaar

wanneer jij komt.

(Refrein 2x)

De liefde die Hij geeft,

de woorden die Hij spreekt.

Hij wacht alleen nog maar

tot dat je komt.

onderwijs van God: Mattheüs 22 : 34 – 40

34 Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat de Here Jezus de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35  Om Hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36  ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ 37  Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38  Dat is het grootste en eerste gebod. 39  Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40  Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’

zingen:  psalm 116 : 1

              1.  God heb ik lief, want die getrouwe HEER

              nam, toen ik riep, met toegenegen oren

              mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen

              en levenslang ben ik niet eenzaam meer.

doopbediening

lezing (deel van het) doopformulier

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Voordat we tot de doop overgaan willen we letten op de beteke­nis van de doop. 

De doop is door onze Here Jezus­ Christus­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­ zelf ingesteld. 

Hij gaf name­lijk ­­­­­­­­­­­aan zijn volgelin­gen de opdracht:

Gaat dus op weg en maakt al de volken tot mijn leerlingen,

door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest

en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. (Matt. 28:19)

Wat God ons in de bijbel leert over de doop is als volgt samen te vatten:

-    in de eerste plaats: 

het water van de doop laat ons zien dat ons hart gereinigd moet worden.  Wij worden als zondaren gebo­ren; daarom rust het oordeel en de toorn van God op ons; wij kunnen in Gods Koninkrijk alleen komen als wij opnieuw geboren worden.  Vanuit onszelf kunnen we deze vernieu­wing niet tot stand brengen; daarom moeten we de redding en reiniging van ons leven bij Jezus Christus zoeken;

-    dat betekent in de tweede plaats:

dat de waterdoop een teken en tegelijk ook een garantie is, dat Jezus Chris­tus ons door zijn bloed schoon maakt van onze zonden.  Deze redding is het werk van God de Vader, van God de Zoon en van God de Heilige Geest.  Daarom worden wij in deze drie-enige naam gedoopt.

Gedoopt worden in de naam van God, de Vader betekent dat Hij zegt dat Hij ons lief heeft; dat Hij vanuit zijn genade zijn verbond voor eeuwig met ons sluit, zodat Hij ons als zijn kinderen en erfgenamen aanneemt  en altijd voor ons zorgen wil.

Gedoopt worden in de naam van God, de Zoon betekent, dat de Here Jezus met het teken van de doop garandeert, dat Hij ons met zijn bloed reinigt van al onze zonden, zodat wij rechtvaardig en zonder schuld voor God kunnen staan­­­.

Gedoopt worden in de naam van God, de Heilige ­­­Geest betekent, dat de Heilige Geest in ons hart komt wonen om ons in het geloof met de Here Jezus te verbinden, zodat wij kunnen delen in de geschenken van de Here Jezus, zoals reinheid en nieuwheid van ons leven, opdat wij straks bij God mogen komen in het eeuwige leven.

-    in de derde plaats:

doordat God in de doop tot ons gekomen is om ons te reinigen, worden wij van onze kant door de doop geroepen om als nieuwe mensen voor God te leven.  God vraagt van ons dat wij in de kracht van zijn gena­de het oude zondige leven afleggen en het nieuwe christelijke leven aandoen.  Dat wil zeggen: dat we God - Vader, Zoon en Heilige Geest - liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, met heel ons verstand en met al onze kracht.  Zo moeten we strijden tegen de aanvallen van de duivel, tegen de verleidingen van de wereld en tegen de begeerten van ons eigen hart.

En als we toch in zonde vallen, moeten we aan Gods liefde en genade niet twijfelen en mogen we niet in de zonde blijven. Door de genade van God mogen we opnieuw als zijn kinderen opstaan en verdergaan. De grote betekenis van de doop voor ons is juist dat God een blij­vend verbond met ons is aangegaan.

Deze rijkdom van de doop geldt ook de kleine kinderen van de gelovigen.  Het feit dat zij deze dingen nog niet be­grijpen, is geen reden om hen niet te dopen.  In de bijbel horen de kinderen bij de ouders. De doop is een teken van Gods verbond. Zoals eens God sprak tot Abraham, de vader van alle gelovi­gen, en in hem ook tot ons en onze kin­deren:

Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwig verbond; Ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. (Genesis 17:7)

De apostel Petrus zei het volgende:

Want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen, en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot Zich zal roepen. (Handelingen 2:39)

In het Oude Testament heeft God aan Abraham en aan het volk Israël de besnij­denis bevolen. Dit teken van de besnij­denis noemt Paulus het zegel van de gerechtigheid door het geloof. In het Nieuwe Testament is de doop in de plaats gekomen van de besnijdenis als het teken en zegel van Gods verbond. Daarom moeten de kinde­ren van de gelovigen als erfgenamen van Gods Koninkrijk en zijn verbond gedoopt worden.

En de ouders krijgen de opdracht dit alles aan hun kinderen te vertellen.

Laten we nu eerst samen bidden

dat door deze doop Gods eer verhoogd zal worden,

de gemeente gebouwd en ons geloof versterkt zal worden:

Almachtige, eeuwige God,

U hebt ons door uw Zoon, Jezus Christus, de opdracht gegeven om te dopen.

In de bijbel kunnen wij lezen van de reddende betekenis van het water.

In de tijd van Noach hebt U de wereld met de grote watervloed doen vergaan wegens haar ongeloof en onbekeerlijkheid; maar tegelijkertijd hebt U toen Noach en zijn gezin in uw grote barmhartigheid dwars door het water heen gered. (Genesis 6 en 7)

U hebt eens de Farao van Egypte, die zich niet aan U wilde onderwerpen, met heel zijn leger in het water van de Rode Zee laten omkomen, maar U hebt toen Uw volk Israël droogvoets door de zee naar veiligheid geleid. (Exodus 14)

Ook in het water van de doop laat U ons deze ondergang en redding zien. 

Wij bidden U op grond van Uw onpeilbare barmhartigheid, dat U dit kind genadig wilt zijn en door de Heilige Geest wilt ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­opnemen in uw Zoon Jezus Christus. Zoals Paulus het zegt: we zijn door de doop in zijn dood met Christus begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. (Romeinen 6:3)

Geef dit kind dat het de Here Jezus blij­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­moedig navolgt en Hem aanhangt met een waar ge­­loof, een vaste hoop en een vurige lief­de:

Wilt U aan dit kind geven dat het zich in leven en sterven uw eigendom weet, en daarom op de jongste dag zon­der angst voor Jezus Chris­tus, uw Zoon. die Redder en Rechter is, zal verschij­nen.

Hoor ons in de naam van onze Here Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de Hei­lige ­­Geest, één enig God bent, en ­­­leeft, en regeert tot in eeuwigheid. Amen

zingen: Liedboek gezang 334 : 1

            1. Here Jezus, wij zijn nu

            in het heiligdom verschenen,

            met ons kind gaan wij tot U,

            wil uw zegen ons verlenen,

            waar de roepstem wordt vernomen:

            laat de kind’ren tot Mij komen.

gesprek met de kinderen over verwondering

zingen: Evang. Liedbundel lied 426 : 1

            Dank U voor de wond’ren die gebeuren:

            dank U voor de bloemen in veld.

            Dank U dat uw schepping vol met kleuren

            van uw liefde voor een mens vertelt.

                        Dank, dank, dank o Heer.

                        U blijft altijd bij ons Heer.

                        Amen, amen, amen

doopvragen aan de doopouders

Patrick en Dieneke,

God wil door de doop ons en onze kinderen doen delen in zijn verbond. 

Door ­­oprecht antwoord te geven op de volgen­de vragen laten jullie blijken dat jul­lie de doop van jullie kind in het ge­loof verlangen:

1e: Belijden jullie dat onze kinderen vanaf het allereerste begin in de macht van de zonde zijn en daarom aan allerlei ellende, ja zelfs aan het eeuwig oor­deel van God onderworpen zijn, maar belijden jullie ook dat zij in Chris­tus geheiligd zijn en daarom als leden van zijn gemeente behoren te wor­den gedoopt?

2e: Geloven jullie dat de waarheid Gods die in het Oude en Nieuwe Testament bekend gemaakt is, en die beleden wordt in de artikelen van het christelijke ge­loof en die hier in de chris­telijke kerk wordt verkondigd, dat die waarheid Gods de ware leer tot redding van ons mensen is?

3e: Beloven jullie als ouders dit kind naar je beste kunnen zelf te vertellen en door anderen te laten vertellen van God en zijn waarheid en zullen jullie dit kind een voorbeeld geven van een chris­telijke levenswandel?

Wat is hierop jullie ant­woord?

vraag aan de gemeente: 

Belooft u dat u om deze ouders zult gaan staan in de opvoeding van hun kind in het christelijk geloof en aanvaardt u dit kind als lid van onze gemeente en zult u als gemeente voor hem zorgen?

Wat is daarop uw antwoord?

bediening van de doop:

Harmen-Luut Holtslag / Jacoba Jannetje Anna Holtslag

ik doop je

in de naam van God, de Vader,

en in naam van God, de Zoon

en in naam van God, de Heilige Geest.

zingen: Liedboek gezang 334 : 4

               4. Herder, neem uw schaapje aan.

               Hoofd, maak het een van uw leden.

               Wees zijn weg, wijs het zijn baan.

               Vredevorst, wees Gij zijn vrede.

               Wijnstok, laat dit rankje bloeien,

               dat er eens veel vruchten groeien.

    

kinderen gaan naar de KND

dankgebed en voorbede:

Almachtige en barmhartige God en Vader, wij danken en loven U, dat U in de doop hebt laten zien, dat U ons en onze kinderen door het bloed van uw lieve Zoon Jezus Christus al onze zon­den hebt vergeven, en dat U ons apart hebt gezet (geheiligd) door uw Geest om leden van het lichaam van Christus te zijn.  Wij danken U dat U ons en onze kinderen in Jezus Christus tot uw kinderen hebt aangenomen.

Wij prijzen U dat U ons al deze dingen garandeert in de doop.

­Nu bidden wij om Jezus' wil voor deze kinderen, dat U hen altijd met uw Heilige Geest wilt leiden en regeren.

Laten zij overeenkomstig uw Woord worden opgevoed en in de Here Jezus Chris­tus tot geestelijke groei mogen ko­men. Laten zij uw vaderlijke goedheid mogen erkennen en laten ze rechtvaardig leven onder de heer­schappij van onze enige Leraar, Koning en Hogepriester Jezus Christus.

Geef dat ze met volharding tegen de zonde, de duivel en zijn rijk zullen strij­den en mogen overwinnen.

Wij bidden U voor de ouders dat U hen wijsheid geeft om hun kinderen van U te vertellen en van de betekenis van de doop en helpt U hen om een voor­beeld te zijn van een christelijke levenswandel. Laat vrede en vreugde het deel zijn van dit gezin.

Zo bidden wij U dat wij en onze kinderen U, Vader, Zoon en Heilige Geest, de enige en waarachtige God, eeuwig zullen loven en prijzen. 

+ gebed om de leiding van de Heilige Geest

bijbellezing: Psalm 118 (NBV)

1.           Loof den Heer, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.

2.           Laat Israël zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’-

3.           Het huis van Aäron zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’-

4.           Wie de HEER vreest, zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’

5.           In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’ En de HEER antwoordde, Hij gaf mij ruimte.

6.           Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen?

7.           Met de HEER, mijn Helper, aan mijn zijde, kijk ik op de haters neer.

8.           Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen.

9.           Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht.

10.       Alle volken hadden mij ingesloten – ik weerstond ze met de Naam van de HEER –

11.       Ze sloten mij van alle kanten in – ik weerstond ze met de Naam van de HEER –

12.       Ze sloten mij in als een zwerm bijen, maar doofden snel als een vuur van dorens   

   – ik weerstond ze met de Naam van de HEER.

13.       Jullie sloegen mij en ik viel, maar de HEER heeft mij geholpen.

14.       De HEER is mijn sterkte, mijn lied, Hij gaf mij de overwinning.

15.       Hoor, gejubel om de overwinning in de tenten van de rechtvaardigen:        

  de rechterhand van de HEER doet machtige daden.

16.       De rechterhand van de HEER verheft mij, de rechterhand van de HEER doet

   machtige daden.

17.       Ik zal niet sterven, maar leven en de daden van de HEER verhalen:

18.       De HEER heeft mij gestraft, maar mij niet prijsgegeven aan de dood.

19.       Open voor mij de poorten van de gerechtigheid, ik wil binnengaan om de HEER te

   loven.

20.       Dit is de poort die leidt naar de HEER, hier gaan de rechtvaardigen binnen.

21.       Ik wil U loven omdat U antwoordde en mij de overwinning gaf.

22.       De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden.

23.       Dit is het werk van de HEER, een wonder in onze ogen.

24.       Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen.

25.       Heer, geef ons de overwinning, Heer, geef ons voorspoed.

26.       Gezegend wie komt met de Naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van

   de HEER.

27.       De HEER is God, Hij heeft ons licht gebracht. Vier feest en ga met groene twijgen tot

   aan de horens van het altaar.

28.       U bent mijn God, U zal ik loven, hoog zal ik U prijzen, mijn God.

29.       Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.

zingen: Evang. Liedbundel lied 343

1.     Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam,

            die U ons noemt door sterren, zon en maan.

            Hemel en aarde spreken wijd en zijd,

            tonen het wonder van uw heerlijkheid.

2.  Heer, onze God, die aard’ en hemel schiep,

            zeeën en land met macht te voorschijn riep,

            wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt

            en ons uw heerlijkheid en luister schenkt?

3.  U komt ons, Heer, in Christus tegemoet.

            U geeft ons Heer, verlossing door zijn bloed.

            U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid:

            leven om Jezus’ wil in eeuwigheid!

4.  Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn,

            dat in ons zingt met eindeloos refrein.

            Prijzend uw liefde, heffen wij het aan:

            Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam!

tekstlezing: Psalm 118 : 23

Dit is het werk van de HEER, een wonder in onze ogen. 

           

verkondiging:  verwonderd!

zingen: psalm 118 : 8, 11, 13  (OB)

8.  Gods rechterhand is hoog verheven;

des Heeren sterke rechterhand

doet door haar daân de wereld beven,

houdt door haar kracht Gods volk in stand.

Ik zal door 's vijands zwaard niet sterven,

maar leven, en des Heeren daân,

waardoor wij zoveel heil verwerven,

elk, tot Zijn eer, doen gadeslaan.

           

11.  De steen, dien door de tempelbouwers

verachtlijk was een plaats ontzegd,

is, tot verbazing der beschouwers,

van God ten hoofd des hoeks gelegd.

Dit werk is door Gods alvermogen,

door 's Heeren hand alleen geschied;

Het is een wonder in onz' ogen:

wij zien het, maar doorgronden 't niet.

13.  Gezegend zij de grote Koning,

die tot ons komt in 's Heeren Naam;

wij zeeg’nen u uit 's Heeren woning;

wij zegenen u al te zaâm.

De Heer' is God, door Wien w' aanschouwen

het vrolijk licht, na bang gevaar.

Bindt d' offerdieren dan met touwen

tot aan de hoornen van 't altaar.

dienst der gebeden

collecte 

kinderen komen terug

zingen: psalm 150 : 1, 2

1.    Looft God, looft Hem overal.

Looft de Koning van 't heelal

om zijn wonderbare macht,

om de heerlijkheid en kracht

van zijn naam en eeuwig wezen.

Looft de daden, groot en goed,

die Hij triomferend doet.

Hem zij eer, Hij zij geprezen.

           

2.    Hef, bazuin, uw gouden stem,

harp en fluit, verheerlijkt Hem!

Cither, cimbel, tamboerijn,

laat uw maat de maatslag zijn

van Gods ongemeten wezen,

opdat zinge al wat leeft,

juiche al wat adem heeft

tot Gods eer. Hij zij geprezen.

           

zegen van God

zingen: Evang. Liedbundel lied 170

Groot is uw trouw, o Heer,  mijn God en Vader.

Er is geen schaduw van omkeer bij U.

Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde

die Gij steeds waart,  dat bewijst Gij ook nu.

Refrein:

Groot is uw trouw, o Heer,  groot is uw trouw, o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer,  aan mij betoond.

           

Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,

en uw nabijheid, die sterkt en die leidt:

Kracht voor vandaag,  blijde hoop voor de toekomst.

Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Refrein:

                       Groot is uw trouw, o Heer,  groot is uw trouw, o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond

           

Na de dienst is er gelegenheid om de doopouders te feliciteren voor in de kerk

Image
De Ketting 20, Dronten 0321-318084 Zie contact